Achtergrond

De Commissie Lexicografische Vertaalvoorzieningen (CLVV) zorgde eind vorige eeuw, begin deze eeuw voor de ontwikkeling van een groot aantal tweetalige woordenboeken van en naar het Nederlands (o.a. Nederlands-Arabisch, Deens, Estisch, Fins, Indonesisch, Italiaans, Nieuwgrieks, Portugees; voor een volledig overzicht zie Martin (2007:228)). Het betrof met name talenparen die op de commerciële markt niet spontaan aan bod kwamen. Het doel van het project Vertaalwoordenschat is om de digitale versies van deze vertaalwoordenschatbestanden online ter beschikking te stellen aan gebruikers.

In september 2017 is het woordenboek Nederlands-Nieuwgrieks en Nieuwgrieks-Nederlands als eerste talenpaar via het online platform ontsloten. In het voorjaar van 2018 is de Vertaalwoordenschat uitgebreid met het Nederlands-Portugees en Portugees-Nederlands. In juni 2019 is het Nederlands-Estisch toegevoegd, in december 2020 het Nederlands-Fins en Fins-Nederlands, waarna in december 2023 het Nederlands-Deens volgde. In de toekomst zullen andere talenparen volgen.

Woordenboeken

Opbouw van een artikel

De opbouw van de artikelen is in de verschillende woordenboeken als volgt:

Opbouw van het artikel
trefwoord
lidwoord
woordsoort
vertaling
meervoudsvormen

Als scheidingsteken tussen verschillende informatie-onderdelen is de ';' gebruikt, ook in het Nieuwgrieks-Nederlandse deel. Voor de Griekse gebruiker is het van belang om te weten dat hier geen sprake is van een vraagteken.

Verschillen tussen de papieren en de onlineversie

De onlineversie van de woordenboeken komt niet een op een overeen met de gedrukte versie. Correcties en aanpassingen die destijds zijn aangebracht op de drukproeven zijn namelijk niet verwerkt in de digitale bestanden, die de input vormen voor de onlineversie.

Daarnaast worden homoniemen in de gedrukte woordenboeken onderscheiden door een nummer in superscript achter het trefwoord. In de onlineversie zijn het losse artikelen, die na elkaar getoond worden.

De Nederlandse trefwoorden in de onlineversie zijn gecontroleerd op spelling en indien nodig aangepast aan de huidige spelling (cf. Groene Boekje 2015). Dit geldt nog niet voor alle glossen en voorbeeldzinnen. Die zullen in een latere fase gecontroleerd en eventueel aangepast worden.

Met uw hulp kunnen wij de vertaalwoordenschat steeds verder verbeteren en actualiseren. Suggesties voor verbeteringen kunt u doorgeven op vertaalwoordenschat@ivdnt.org

Woordenboek Nederlands-Deens

De ontwikkeling van het woordenboek Nederlands-Deens is een initiatief van de CLVV van de Nederlandse Taalunie. Het project is gefinancierd door de CLVV, met cofinanciering van de Deense Statens Humanistiske Forskningråd.

De redactie is uitgevoerd als een wetenschappelijk project van de vakgroep Scandinavistiek en Noord-Europakunde van de Universiteit Gent o.l.v. Prof.dr. Godelieve Laureys.

Het woordenboek is in 2004 gedrukt verschenen in de reeks Gyldendals Røde Ordbøger bij uitgeverij Gyldendal in Denemarken. Het werd in het Nederlandse taalgebied gedistribueerd door de uitgeverij Prisma als Groot Woordenboek Nederlands-Deens.

Het Nederlands is gebaseerd op het Referentiebestand Nederlands (RBN, zie van der Vliet 2005; 2007). Hieruit is een selectie gemaakt door de hoofdredacteur van het woordenboek.

NB: De onlineversie is geen exacte kopie van het gedrukte woordenboek. In het gedrukte woordenboek zijn vertalingen veelvuldig voorzien van verklarende commentaren die de betekenis van een vertaalequivalent nader specificeren of het gebruiksdomein inperken. Deze informatie ontbreekt vooralsnog in de onlineversie, maar zal later worden toegevoegd. Ook ontbreken om technische redenen nog alle trefwoorden voor telwoorden, voegwoorden, voornaamwoorden en voorzetsels in de onlineversie. De onlineversie van het Nederlands-Deens woordenboek bevat 45.400 trefwoorden en 59.750 voorbeeldzinnen.

Projectteam:

Woordenboek Nederlands-Estisch

Het project voor de ontwikkeling van een Nederlands-Estisch woordenboek is een initiatief van de CLVV (1993-2003) van de Nederlandse Taalunie. Het project werd ook gefinancierd door de CLVV.

Het Nederlands van het woordenboek is gebaseerd op het Referentiebestand Nederlands (RBN, zie van der Vliet 2005;2007). Het RBN is vertaald naar het Estisch en gelinkt met een vergelijkbaar gestructureerd bestand van het Estisch (in een omkeerbaar formaat, zie Tamm 1997). Daarbij is met hulp van Ülle Viks en Margit Langemets gebruik gemaakt van diverse Estische materialen, waaronder het bestand van het Groot Estisch Verklarend Woordenboek (f-s) (zie Langemets et al., 2009).

Verder heeft het project tussen 1997 en 2019 gebruik gemaakt van diverse infrastructurele mogelijkheden van het Instituut voor de Estische Taal, de Universiteit van Tartu, het NIAS, de Johns Hopkins University en de Central European University, de Academie van Wetenschappen van Estland en Hongarije en van de vakgroep Nederlands van de Károli Gáspár Universiteit. Deze instellingen hebben het project op verschillende manieren ondersteund, bijv. door de uitwisselingsbeurzen tussen de Academie van Wetenschappen van Estland en Hongarije (2016-2018, 2019-2021). We zijn ook dankbaar voor de steun van het TEMPUS project Kleine talen en culturen in contact (1993-1995) en de onderzoeksbeurs #20623B800 van de Károli Gáspár Universiteit in 2018.

Het woordenboek bevat 35855 trefwoorden en 48940 voorbeeldzinnen.

Door de jaren heen hebben er veel mensen aan de ontwikkeling van het woordenboek meegewerkt.

Projectteam:

Woordenboek Nederlands-Fins/Fins-Nederlands

De ontwikkeling van de woordenboeken Nederlands-Fins en Fins-Nederlands is een initiatief van de CLVV van de Nederlandse Taalunie. Het project is gefinancierd door de CLVV, met cofinanciering van het Ministerie van Onderwijs in Finland.

De redactie is uitgevoerd als een project van de vakgroep Scandinavistiek en Noord-Europakunde van de Universiteit Gent o.l.v. Prof.dr. Godelieve Laureys.

De woordenboeken zijn in 2012 gedrukt verschenen in de reeks Prisma Groot Woordenboek bij uitgeverij Unieboek Het Spectrum. Ze zijn de eerste uitgebreide vertaalwoordenboeken voor het talenpaar Nederlands/Fins.

De tweetalige woordenboeken zijn voor zowel de Nederlandstalige als de Finstalige gebruiker bedoeld. Daarom zijn er voor beide talen ook bijzonder veel voorbeelden opgenomen bij de trefwoorden.

Het Nederlands van het deel Nederlands-Fins is gebaseerd op het Referentiebestand Nederlands (RBN, zie van der Vliet 2005; 2007) en meer bepaald op de selectie die door de hoofdredacteur was gemaakt voor het Nederlands-Deens woordenboek. Voor de samenstelling van het Fins-Nederlands is gebruik gemaakt van het leerwoordenboek Suomi-saksa-opiskelusanakirja (licentie van WSOY) en van het woordenboek Fins Suomen kielen perussanakirja van het Research Institute for the Languages of Finland (RILF/Kotus) met een licentie op macrolijst en flexiecodes). Voor de vertaling van het Fins naar het Nederlands en omgekeerd werd gewerkt in een geïntegreerde contrastieve elektronische database, waarin beide taalbestanden aan elkaar werden gekoppeld.

De onlineversie van het Nederlands-Fins bevat ca. 34.500 trefwoorden en 41.300 voorbeeldzinnen. Het Fins-Nederlands bevat ca. 36.000 trefwoorden en 38.500 voorbeeldzinnen.

Projectteam:

Woordenboek Nederlands-Nieuwgrieks/Nieuwgrieks-Nederlands

Het project voor de ontwikkeling van een woordenboek Nederlands-Nieuwgrieks en Nieuwgrieks-Nederlands is een initiatief geweest van de Commissie Lexicografische Vertaalvoorzieningen (CLVV) van de Nederlandse Taalunie. Het project liep van 1998 tot 2007 en de redactie van de woordenboeken Nieuwgrieks vond plaats aan de Universiteit van Amsterdam o.l.v. prof. dr. Arnold van Gemert en prof. dr. Marc Lauxtermann.

Het woordenboek Nieuwgrieks is ontstaan uit het verlangen van pater M.F. van Pinxteren (Societas Verbi Divini) om na zijn pensionering een blijvende bijdrage te leveren aan het Nieuwgrieks. Hij heeft vele jaren aan de voorbereiding van het aan de Universiteit van Amsterdam ontworpen woordenboekprogramma DictEdit (van Pieter Masereeuw en Iskander Serail) gewerkt. En tot zijn onfortuinlijke dood in het jaar 2003 heeft hij het team voortdurend met correcties, adviezen en suggesties terzijde gestaan.

Het project is gefinancierd door de CLVV, door diverse organen van de Universiteit van Amsterdam en door de Societas Verbi Divini. Vanuit Griekenland is het project gesteund door het Ministerie van Cultuur, de Alexander Onassis Cultural Foundation, de Levendis Foundation, het Ministerie van Buitenlandse Zaken/Staatssecretariaat Grieken in het buitenland en door het Ministerie van Onderwijs en Cultuur van Cyprus. Daarnaast is een subsidie ontvangen van twee Griekse vestigingen van Nederlandse multinationals, Friesland Hellas en ΕΛΑΪΣ.

Er mocht geput worden uit de drie eentalige Griekse woordenboeken van prof. E. Kriaras¹, prof. G. Babiniotis² en het Ινστιτούτο Νεοελληνικών Σπουδών/ Ίδρυμα Μανόλη Τριανταφυλλίδη, waar het derde woordenboek ontwikkeld is³.

De woordenboeken verschenen eerder gedrukt in 2008 in de reeks Prisma Groot Woordenboek bij uitgeverij Unieboek Het Spectrum.

Het Nederlands van het woordenboek is gebaseerd op het Referentiebestand Nederlands (RBN; Van der Vliet 2005;2007) dat door de redactie vertaald is naar het Nieuwgrieks. Het Nederlands-Nieuwgriekse deel telt ca. 27.700 trefwoorden en het Nieuwgrieks-Nederlandse telt ca. 20.300 Nieuwgriekse trefwoorden. De discrepantie tussen het aantal Nederlandse en Griekse trefwoorden is gelegen in het feit dat het Nederlands meer samenstellingen kent dan het Grieks. Het zegt niets over de rijkdom van de woordenschat van het Grieks, of die van het Nederlands.

Het woordenboek beschrijft het hedendaagse Grieks en Nederlands, zoals dat geschreven en gesproken wordt door de ontwikkelde spreker van de moedertaal. Omdat de Griekse taal sterk in ontwikkeling is, is het niet altijd even gemakkelijk om te bepalen wat aanvaardbaar Grieks is en wat niet, en het is goed denkbaar dat de delicate balans tussen volksere en geleerdere vormen in sommige gevallen uiteindelijk naar een andere kant dan door de redactie gekozen, doorslaat. Het kan dus zijn dat meer dan 10 jaar na publicatie van het gedrukte woordenboek in 2008, sommige trefwoorden en vertalingen geactualiseerd moeten worden.

In beide talen is ervoor gekozen om in het geval van cultuurbepaalde begrippen, die amper te vertalen zijn, een zo helder en alomvattend mogelijke omschrijving te geven. Deze wordt voorafgegaan door een zwarte stip.

Achter in de gedrukte versie van het Nieuwgrieks-Nederlandse woordenboek staat een grammaticaal overzicht met informatie over verbuigingen en vervoegingen. Bij Griekse trefwoorden is een code opgenomen, die naar dit grammaticale overzicht verwijst.

In 2022 zijn in een pilot inhoudelijke verbeteringen aangebracht in de onlineversie van de woordenboeken Nieuwgrieks. De opmerkingen over het Nieuwgrieks-Nederlands/Nederlands-Nieuwgrieks die na het verschijnen van het papieren woordenboek in 2008 door de UvA zijn verzameld, zijn door twee externe redacteuren, Marietje Wennekendonk-Visser en Marjolijne Janssen, verwerkt. Dit project is gefinancierd door de Taalunie.


¹ Εμμ. Κριαράς, Νέο Ελληνικό Λεξικό της σύγχρονης δημοτικής γλώσσας, γραπτής και προφορικής, ορθογραφικό, ερμηνευτικό, ετυμολογικό, συνωνύμων. αντιθέτων, κύριων ονομάτων, Αθήνα 1995.

² Γεώργιος Δ. Μπαμπινιώτης, Λεξικό της νέας ελληνικής γλώσσας με σχόλια για τη σωστή χρήση των λέξεων, ερμηνευτικό, ετυμολογικό, ορθογραφικό, συνωνύμων-αντιθέτων, κύριων ονομάτων, επιστημονικών όρων, ακρωνυμιών, Αθήνα 1998.

³ Λεξικό της κοινής νεοελληνικής. Αριστοτέλειο Πανεπιστήμιο Θεσσαλονίκης. Ινστιτούτο Νεοελληνικών Σπουδών [Ίδρυμα Μανόλη Τριανταφυλλίδη], Θεσσαλονίκη 1998.

Projectteam:

Woordenboek Nederlands-Portugees/Portugees-Nederlands

Het project voor de ontwikkeling van een woordenboek Nederlands-Portugees en Portugees-Nederlands is uitgevoerd door het Instituut UiL OTS van de Universiteit van Utrecht o.l.v. dr. M. Celeste Augusto en drs. Karolien van Eck.

Het project is aan de Nederlandstalige zijde gefinancierd door de CLVV en door UiL OTS, aan de Portugeestalige zijde door het Instituto Camões te Lissabon.

De woordenboeken verschenen eerder gedrukt in 2004 in de reeks Prisma Groot Woordenboek bij de uitgeverij Unieboek Het Spectrum.

Het zijn tweetalige woordenboeken met een algemeen karakter. Het Nederlands-Portugees bevat ca. 41.200 trefwoorden en ongeveer 24.700 voorbeeldzinnen, terwijl het Portugees-Nederlands ca. 33.800 trefwoorden en 25.700 voorbeeldzinnen bevat.

Projectteam:

Bibliografie

Langemets, Margit, Mai Tiits, Tiia Valdre, Leidi Veskis, Ülle Viks, Piret Voll eds. (2009). Eesti keele seletav sõnaraamat. Eesti Keele Sihtasutus. Tallinn.

Martin, Willy. (2007). ‘Government policy and the planning and production of bilingual dictionaries: the ‘Dutch’ approach as a case in point’ in: International Journal of Lexicography. 20.3, 221-237.

Tamm, Anne. (1997). Bilingual lexicography of Estonian and Dutch: Reversible database building of these languages. MA scriptie, Universiteit van Tartu.

van der Vliet, Hennie. (2005). ‘Digitale bronnen voor het Nederlands: het Referentiebestand Nederlands (RBN)’ in: J. van Parijs (ed.), De neerlandistiek in het digitale tijdperk. Namur: Van Thilt, 11-38.

van der Vliet, Hennie. (2007). The Referentiebestand Nederlands as a Multi-Purpose Lexical Database. International Journal of Lexicography. 20. 10.1093/ijl/ecm027.